return
(zelfstandig naamwoord) [alg.] terugwedstrijd - De eerste wedstrijd hadden we verloren, maar de terugwedstrijd wonnen we nipt. [alg.] terugslag [alg.] opbrengst, rendement, resultaat
Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)
(zelfstandig naamwoord) [alg.] terugwedstrijd - De eerste wedstrijd hadden we verloren, maar de terugwedstrijd wonnen we nipt. [alg.] terugslag [alg.] opbrengst, rendement, resultaat
Dr. F.P.H. van Wely (1951)
I. terugkomen; terugkeren; teruggaan; wederkeren; antwoorden; II. teruggeven, terugzenden, (weer) inleveren, terugbrengen, terugzetten; terugbetalen, betaald zetten, vergelden; beantwoorden; officieel opgeven; afvaardigen [vertegenwoordigers]; uitbrengen; geven [antwoord]; terugslaan [bij tennis]; return like for like, met gelijke munt betalen; ret...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: