Rest
Zie Restina
Muiswerk Educatief (2017)
rest - zelfstandig naamwoord 1. wat nog over is ♢ de rest van de vakantie gaan we wandelen 1. stoffelijke resten [het lichaam van een dode] 2. voor de rest ...
drs. Toine van Hoof (2017)
1. De nog resterende slagen. 2. Uitdrukking gebruikt door een speler die alle resterende slagen wil claimen.
Marc de Coster (1998)
en de - is geschiedenis, cliché-einde van een biografische anekdote. Sinds de jaren tachtig. Uit het Engels: the rest is history. Twee van Amsterdams beroemdste zonen - Johnny Jordaan en Johan Cruyff - hebben hun ideale biograaf gevonden in een andere beroepsmokum- mer: Bert Hiddema. Op 25 april 1947 werd Koning Voetbal geboren, op 25 april 1957 we...
Dr. F.P.H. van Wely (1951)
I. rusten, uitrusten (van from); rustig blijven; rust hebben; rest on (upon), rusten op [v. zorg]; gebaseerd zijn op, steunen, berusten op; II. laten (doen) rusten, rust geven; baseren, steunen; (God) rest his soul, de Heer hebbe zijn ziel; III. rest oneself, (uit) rusten; IV. rust, pauze; rustplaats, tehuis; rustpunt, steun(tje); bok [bij &rsquo...
Dr. H. W. J. Kroes (1951)
rest, overblijfsel, overschot; einem den Rest geben, iemand de genadestoot geven; ich komme dir den Rest, ik leeg mijn glas op je gezondheid; die sterblichen Reste, het stoffelijk overschot; Rester, restanten.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: