Wat is de betekenis van Respectief?

2024-04-23
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Respectief

afk. resp. of res. [Fr. respectif, van VLat. respectivus; lett.: op elk terugziend] bn onderscheiden, elk voor zich, achtereenvolgens.

2024-04-23
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Respectief

(respektief) onderscheidenlijk

2024-04-23
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Respectief

onderscheiden

2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Respectief

(<Fr.), bn. bw., 1. betrekkelijk, betr. hebbend op of bepaald door de betrekking tot ieder der afzonderlijke zaken of personen waarvan sprake is, bijzonder: hun respectieve namen, de namen welke zij ieder voor zich dragen; allen trokken af naar hun respectieve woonplaatsen, ieder naar de plaats waar hij woonde; 2. respectievelijk.

2024-04-23
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

respectief

respectievelijk, respective, onderscheidenlijk, ieder voor (van, naar) zich.

2024-04-23
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

respectief

bn.; Fr. wederkerig, wederzijds; onderscheidenlijk: de respectieve namen, de naam, die ieder der dingen of personen draagt; mijn respectieve meesters. (c = k).

2024-04-23
Vreemde woordenboek

S. van Praag (1937)

respectief

respectievelijk, ieder voor zich, onderscheidenlijk.

2024-04-23
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Respectief

[Lat.], bn. en bw., 1. betrekking hebbend op: hun respectieve namen, namen die zij ieder voor zich dragen; allen trokken af naar hun respectieve woonplaatsen, ieder naar de plaats waar hij woonde; 2. respectievelijk.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-23
Wink's vreemde woordenboek

dr. Jan Romein (1906)

Respectief

bijv. nmw.; respectievelijk.

Gerelateerde zoekopdrachten