resoluut
resoluut - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: re-so-luut 1. echt van plan zijn je doel te bereiken ♢ resoluut liep de politieman naar de relschoppers toe Bijvoeglijk naamwoord: re-so-luut ... is resoluter dan ......
Nederlands woordenboek voor onderwijs
resoluut - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: re-so-luut 1. echt van plan zijn je doel te bereiken ♢ resoluut liep de politieman naar de relschoppers toe Bijvoeglijk naamwoord: re-so-luut ... is resoluter dan ......
De Oosthoek is een Nederlandse encyclopedie die in verschillende uitvoeringen is verschenen
bn. en bw. (-luter, -st), 1. vastberaden, onverschrokken: — optreden; zich — omdraaien; 2. ronduit, m.n. als bw.: — de waarheid zeggen.
Nederlands woordenboek (7e druk)
bn. bw. (...luter, -st), vastberaden: resoluut optreden; zich resoluut omdraaien; — het is een resolute kerel, onverschrokken; — resoluut de waarheid zeggen, openhartig, ronduit.
Vreemde woorden, uitdrukkingen en afkortingen (1948)
vastberaden, doortastend; (ook;) gul, ronduit.
De vreemde woorden, verklarend woordenboek door Fokko Bos.
resoluut - vastberaden, onverschrokken; gul.
Groot woordenboek der Nederlandsche taal
Resoluut - bn. (...luter, -st), vastberaden; het is een resolute kerel, onverschrokken ; —resoluut de waarheid zeggen, openhartig, ronduit.
Beknopt kunstwoordenboek, I.M. Calisch (1864)
resoluut - bn. (resoluter, resoluutst), vastberaden, onverschrokken, ronduit
Gerelateerde zoekopdrachten