relatief gehoor
het vermogen om de relatie tussen twee of meer gegeven tonen op het gehoor te herkennen. Door oefening (solfège) kan het zeer sterk ontwikkeld worden.
S. van Ameringen (1962)
het vermogen om de relatie tussen twee of meer gegeven tonen op het gehoor te herkennen. Door oefening (solfège) kan het zeer sterk ontwikkeld worden.
E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)
is het vermogen om de onderlinge afstand (het interval*) tussen gehoorde tonen te bepalen zonder de absolute toonhoogte te kennen of te kunnen onderscheiden. Een goed relatief gehoor kan door oefening zozeer ontwikkeld worden, dat een gemiddelde waarnemer het zal houden voor een absoluut* gehoor. Men kan een relatief gehoor slechts dan zo ver ontwi...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(muziek) term voor het vermogen om, uitgaande van één toon, de verschillende intervallen en samenklanken te benoemen en te onderscheiden. Zie absoluut gehoor.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: