Wat is de betekenis van Rekkerig?

2024-04-24
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Rekkerig

adj., rekkerich, sleau.

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Rekkerig

bn. (-er, -st), (van pers.) geneigd zich steeds te rekken, lui : wat bea je rekkerig vandaag ; — (fig.) lusteloos.

2024-04-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

rekkerig

bn. (lust gevoelende zich te rekken, lui): rekkerige conversatie, vervelende.

2024-04-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

rekkerig

bn. (-er, -st), 1. geneigd zich steeds te rekken, lui: wat ben je vandaag; (oneig.) hangerig; 2. langdradig; 3. lijmerig, dikvloeiend.

2024-04-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Rekkerig

Rekkerig - bn. (-er, -st), (van pers.) geneigd zich steeds te rekken, teeken van luiheid: wat zijt ge rekkerig vandaag.