Wat is de betekenis van Reken?

2024-04-19
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

reken

gereken, tel; met syfers werk; skat; reken op, vertrou op.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Reken

(reekte, heeft gereekt), (Zuidn.) harken, rijven: een weg reken; hooi reken.

2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

reken

(reekte, heeft gereekt), (gew.) harken, rijven: een weg reken; hooi reken.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Reken

Reken - (reekte, heeft gereekt), (Zuidn.) harken.

2024-04-19
Etymologicum 1573

Cornelis Kiliaan (1573)

reken

Reparare, reficere, instruere, aptare, adaptare.