reinigen
Het vuil wegnemen van of uit. (Van Dale)
Muiswerk Educatief (2017)
reinigen - regelmatig werkwoord uitspraak: rei-ni-gen 1. het vuil eraf halen, wassen of poetsen ♢ moet je deze kleren niet reinigen? 2. het weer zuiver maken ♢ bij reiniging van water worden de...
Fa. A.J. Osinga (1952)
v., reinigje, skjinmeitsje, himmelje, skjinje, (út)klinzgje, (út)binzgje, rakke, hoffenje, havenje.
Van Dale Uitgevers (1950)
(reinigde, heeft gereinigd), 1. schoonmaken: het vaatwerk moet goed gereinigd worden; zich reinigen, zich wassen; een wonde reinigen; — zijn hoofd reinigen, van ongedierte zuiveren; — een klein kind reinigen, schone luiers aandoen; 2. (fig.) zuiveren: reinigen van zonde; zich door een eed reinigen; ...
M. J. Koenen's (1937)
reinigde, b. gereinigd (zuiveren): een kamer reinigen, schoonmaken; een wonde reinigen, zijn handen reinigen; zich reinigen; zich de tanden reinigen.
Jozef Verschueren (1930)
('rein:əgən) (reinigde,heeft gereinigd) schoonmaken, zuiveren : een kamer, een wonde -; zich -; zich de tanden -; de taal, de zeden -. → Augiasstal
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(reinigde, heeft gereinigd), 1. ontdoen van aan de oppervlakte hechtend vuil of andere ongewenste stoffen, schoonmaken: iets van stof, bloed reinigen; van het lichaam: een wond reinigen; vegen, schrobben: de straat reinigen; van kleren, gordijnen enz.: chemisch 2.(technologie) louteren; klaren, in zuivere toestand brengen; (fig.) de taal, de zeden...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: