Wat is de betekenis van reikwijdte?

2024-04-18
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

reikwijdte

reikwijdte - zelfstandig naamwoord uitspraak: reik-wij-te 1. het gebied dat je kunt bestrijken ♢ de reikwijdte van dit geweer is 100 meter 1. de reikwijdte van een maatregel [de grootte van het eff...

2024-04-18
Germanismen in het Nederlands

Dr. S. Theissen (1978)

Reikwijdte

‘...wapens die zo’n reikwijdte niet hebben.’ (NRC, 11.10.72, p. 7) Dit woord schijnt in de jaren ’30 eerst als radioterm in zwang te zijn gekomen (‘reikwijdte van een zender’), daarna ook als luchtvaartterm (‘reikwijdte van een vliegtuig’). In 1956 zegt het WNT: ‘Het woord is als vorming niet o...

2024-04-18
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Reikwijdte

v., (germ.) afstand waarover, grens tot waar iets reikt; draagwijdte.

2024-04-18
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

reikwijdte

('reik) v. (-n) wijdte dat iets reikt : de van een autoschijnwerper.

2024-04-18
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

reikwijdte

v. (-n), 1. de afstand waarover, grens tot waar iets reikt; draagwijdte; 2. (ook: vlieglengte), grootste afstand, in rechte lijn gemeten, die een luchtvaartuig onder bepaalde omstandigheden zonder onderbreking kan afleggen. RADIO De reikwijdte van radiogolven van televisie (tv)-, FMof radarzender wordt bepaald door de eigenschap dat zij zich (ev...