Wat is de betekenis van Regenbui?

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

regenbui

regenbui - zelfstandig naamwoord uitspraak: re-gen-bui 1. regen die niet lang aanhoudt ♢ we kregen tijdens de wandeling wel een regenbui op ons hoofd Zelfstandig naamwoord: re-gen-bui de regenbui ...

2024-04-26
Prisma van het weer

Peter Timofeeff (1993)

Regenbui

Bui waaruit alleen regen valt. Er is geen sprake van andere elementen, zoals hagel of onweer. Zie ook: neerslagintensiteit

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Regenbui

s., (rein)buoi, -bui; er komen telkens -en op, de loft walget; korte hevigemet wind, snjitrein, snjit(ter); zacht -tje, miggelreintsje (it), fochtsje (it); kort, licht -tje, tûkel, tûkeltsje rein (it), swinkje (it).

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Regenbui

v. (-en), het zich voordoen van regen op zeker ogenblik, neervallende regen; ook fig.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

regenbui

v. regenbuien (regenvlaag).

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

regenbui

v./m. (-en), een kortstondige hevige neerslag in de vorm van regen; ook fig.

2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)