Wat is de betekenis van Regenachtig?

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

regenachtig

regenachtig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: re-gen-ach-tig 1. met regen ♢ het was een regenachtige dag Bijvoeglijk naamwoord: re-gen-ach-tig ... is regenachtiger dan ... het regenacht...

2024-04-25
Prisma van het weer

Peter Timofeeff (1993)

Regenachtig

Periode van ten minste enige uren waarin de regen in het weerbeeld overheerst.

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Regenachtig

adj., reinich, wetterich, wiet; een -e periode, in wiete, reinige rite; een -e lucht, in reinige, wetterige loft; de lucht is —, de loft hinget, it hinget (nei reinen), de loft stiet as in brijwein.

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Regenachtig

bn. (-er, -st), 1. met regen dreigende (van de lucht, het weer): het ziet er regenachtig uit; 2. (van een tijdperk of seizoen) waarin het vaak regent: een regenachtige zomer; het is nogal regenachtig vandaag, het regent telkens.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

regenachtig

bn. (1 met regen dreigende; 2 v. e. jaargetijde: waarin het telkens regent); 1. het is regenachtig vanmorgen; een regenachtige lucht; 2. een regenachtige zomer.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

regenachtig

('regənachtəch) bn. (-er, -st) 1. met regen dreigend : weer. 2. waarin het veel regent: een -e zomer.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

regenachtig

bn. (-er, -st), 1. met regen dreigend (van de lucht, het weer): het ziet er regenachtig uit; 2. van een tijdperk of seizoen waarin het vaak regent: het is nogal regenachtig dit voorjaar, het regent telkens.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)