Wat is de betekenis van Reetlikker?

2024-04-20
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

reetlikker

(1983) (scheldw.) vleier; slijmbal. Ook straattaal voor klootzak (Hans Heesterma & Ditte Simons: Mokums woordenboek. 2014). • Ik weet dat mensen als jij alleen maar ja-knikkers en reetlikkers in dienst hebben. (Bert Hiddema: Zwart geld. 1983) • De toekomst interesseerde hun geen fluit en dat het in het verleden doffe ellende was gewe...

2024-04-20
Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

reetlikker

klootzak, Straattaal.

2024-04-20
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Reetlikker

vleier, slijmbal. Syn.: gatlikker, kontlikker. Ik weet dat mensen als jij alleen maar ja-knikkers en reetlikkers in dienst hebben. (Bert Hiddema, Zwart geld, 1983) Camiel zei ‘best gaaf’ en toen slenterden we naar zijn vader, die luidruchtig stond te praten in een groepje mensen. ‘Allemaal retenlikkers,’ mompelde Camiel teg...

Gerelateerde zoekopdrachten