Wat is de betekenis van reduceren?

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

reduceren

reduceren - regelmatig werkwoord uitspraak: re-du-ce-ren 1. ergens een grens aan stellen, het omlaag brengen ♢ het aantal werknemers is gereduceerd Regelmatig werkwoord: re-du-ce-ren ik reduceer ...

2024-04-19
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Reduceren

[Lat. re-ducere, re-ductum = terugvoeren] ww 1 tot een lager peil of tot een kleiner aantal of een geringere omvang terugbrengen, beperken; 2 op een kleinere schaal brengen; 3 omrekenen, herleiden; 4 (chem.) een kation tot een lagere lading brengen door het een elektron of elektronen te doen opn...

2024-04-19
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Reduceren

verminderen; herleiden

2024-04-19
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

reduceren

Van sausen e.d.: dik worden, inkoken, indampen (ter vert. van fr. réduire). Laat het in de pan overgebleven kooknat reduceren (8 à 10 lepels zijn voldoende). Zodra deze saus gereduceerd is, ze over de selderij gieten! Kookkunst 5, 52 (c. 1977).

2024-04-19
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Reduceren

verminderen, herleiden, terugvoeren.

2024-04-19
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Reduceren

1. iets verminderen, terugbrengen tot het normale. 2. (in de scheikunde) zuurstof aan een stof onttrekken het tegendeel van oxydatie dus.

2024-04-19
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Reduceren

1. (biol.) Als bij een normale plant of dier de volgroeide organen opvallend kleiner of geringer in aantal zijn dan bij naverwante organismen, zegt men dat clie organen gereduceerd zijn. B.v. de bloemkroon van verschillende Caesalpiniaceue (z. Leguminosen), die i.pl.v. 5 kroonbladen er slechts 3 of 1 bezitten; bij paarden is het aantal tenen g...

2024-04-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Wil je toegang tot alle 18 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Reduceren

(reduceerde, heeft gereduceerd), (< Lat.), 1. terugbrengen, terugvoeren, t.w. tot een lager of vroeger punt of peil; verminderen, in aantal beperken: een leger reduceren; 2. tot kleinere afmetingen, op een kleinere schaal overbrengen: een kaart, een afbeelding reduceren; 3. herleiden: munten, getalverhoudingen reduceren; ...