reden, (beweegreden)
v./m. (-en), 1. drijfveer, grond, beweeggrond: goede, voldoende — voor iets hebben; om redenen van gezondheid; tot nog toe heb je geen — tot klagen; daar is geen — voor; (zegsw.) ik heb er mijn — voor, ik doe het niet zomaar; met —, terecht, op goede gronden; (ook) begrijpelijkerwijs; zonder zonder dat er grond toe bes...