redelijk
redelijk - bijvoeglijk naamwoord, bijwoord uitspraak: re-delijk 1. waar je je verstand bij gebruikt ♢ hij nam een redelijke beslissing 2. behoorlijk goed ♢ ik heb een redelijk cijfer voor dat op...
Muiswerk Educatief (2017)
redelijk - bijvoeglijk naamwoord, bijwoord uitspraak: re-delijk 1. waar je je verstand bij gebruikt ♢ hij nam een redelijke beslissing 2. behoorlijk goed ♢ ik heb een redelijk cijfer voor dat op...
Fa. A.J. Osinga (1952)
adj. & adv., ridlik, r(j)illik, skaplik; — zijn, der op troch kinne; iets voor -e prijs krijgen, eat om sin, om ('t) skik krije; in het —e, yn it fatsoen, yn alle fatsoenlikheit.
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. bw. (-er, -st), 1. met rede begaafd, verstandig: de mens is een redelijk wezen; 2. billijk, behoorlijk: redelijke voorwaarden; men heeft u redelijk behandeld; dat is toch niet redelijk! 3. tamelijk, vrij wel: ik ben redelijk gezond; het gaat hem redelijk; ook als bn.: een redelij...
M. J. Koenen's (1937)
bn., bw. (1 met rede begaafd, verstandelijk; 2 billijk; 3 inz. als bw. tamelijk): 1. de mens is een redelijk wezen; gij zijt te redelijk, om zo iets te verlangen, verstandig; 2. dat zijn redelijke voorstellen; 3. hij heeft een redelijk inkomen, tamelijk; het gaat redelijk, niet slecht.
Jozef Verschueren (1930)
(‘re:dələk) bn. en bw. (-er, -st) 1. met rede begaafd, verstandig : de mens is een wezen; handelen bestaat daarin dat men een doel stelt of erkent en de middelen kiest en gebruikt die tot dat doel geleiden. Tgst. redeloos. 2. billijk, voegzaam : een voorstel. 3. tamelijk : een inkomen; het gaat -.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn. en bw. (-er, -st), 1. met rede begaafd, verstandig: de mens is een redelijk wezen; 2. in overeenstemming met, gebaseerd op, geleid door de rede: redelijke verantwoording; als bw.: redelijk denken; 3. humaan, rechtvaardig, billijk: hij was heel redelijk in zijn eisen; (van handelingen, overeenkomsten, eisen enz.) billijk, behoorlijk: een redeli...
J.H. van Dale (1898)
Redelijk - bn. bw. (-er, -st), met rede begaafd, verstandig: de mensch is een redelijk wezen; — billijk, voegzaam: redelijke voorwaarden; men heeft u redelijk behandeld; — tamelijk, niet slecht; het gaat hem redelijk, hij is nogal gezond, (ook) hij heeft geen gebrek; — dat geeft een redelijk bestaan, behoorlijk; — de ziek...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: