rector
rector - zelfstandig naamwoord uitspraak: rec-tor 1. iemand die de leiding heeft op een school voor voortgezet onderwijs ♢ de lastige leerling moest bij de rector komen Zelfstandig naamwoord: rec-tor de rector...
Muiswerk Educatief (2017)
rector - zelfstandig naamwoord uitspraak: rec-tor 1. iemand die de leiding heeft op een school voor voortgezet onderwijs ♢ de lastige leerling moest bij de rector komen Zelfstandig naamwoord: rec-tor de rector...
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[Lat., van regere, rectum = richten, regeren] bestuurder, hoofd van gymnasium of lyceum; geestelijk leidsman (bijv. van gesticht, inrichting), hoofd van niet-parochiële kerk; rector magnificus, voorzitter van het college van decanen van een universiteit.
Jan Meulendijks (1993)
(rektor) directeur van een VWO-school; voorzitter van een academische raad; geestelijk leider van een klooster
Professor mag. dr. J.B. Kors o.p. (1967)
(= bestuurder), het hoofd van een niet-parochieele kerk (rectoraatskerk), meestal in gestichten en inrichtingen van onderwijs; ook in de zielzorg werkzaam. In dat geval is hij voor verschillende aangelegenheden afhankelijk van den → pastoor der → moederkerk.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: