recorder
(zelfstandig naamwoord) opnemer, schrijver
Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)
Muiswerk Educatief (2017)
recorder - zelfstandig naamwoord uitspraak: rie-cor-der 1. toestel dat beeld en/of geluid opneemt ♢ met deze recorder hebben we prachtige beelden opgenomen Zelfstandig naamwoord: rie-cor-der de recorder ...
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[Eng.] 1 meter die registreert; 2 elektronisch apparaat om geluiden magnetisch op een band (bandrecorder, Eng. taperecorder) of, vroeger, draad (Eng. wirerecorder) op te nemen en vast te leggen, om ze later weer te kunnen reproduceren.
Getty Research Institute (1990)
recorder - Videorecorders die ofwel gebruik maken van videobanden op spoelen of gebruik maken van videocassettes.
Winkler Prins (1949)
(1) schrijftoestel voor snelverkeer, dat zowel bij kabelals bij draadloze telegrafie wordt gebruikt; (2) instrument, bestaande uit een veerkrachtige membraan, waaraan een scherpe stift is bevestigd, die in een waslaag dringt, waarmede een roterende cylinder of plaat is bedekt (onderdeel van spreekmachine).
John Kooy (1933)
schrijftoestel, b/d telegrafie in gebr., dat de ontvangen → Morseteekens o/e band weergeeft als kleinere en grootere uitbochtingen v/e doorloopende lijn (recorderschrift).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: