record
(zelfstandig naamwoord) (bestands)element, tabelregel, bestandsregel plaat, geluidsopname archiefstuk, dossier
Nu slechts 21,95!
Vindpunt.nl
(zelfstandig naamwoord) (bestands)element, tabelregel, bestandsregel plaat, geluidsopname archiefstuk, dossier
Nederlands woordenboek voor onderwijs
record - zelfstandig naamwoord uitspraak: re-koor 1. de beste prestatie die ooit geleverd is, het hoogste ♢ hij liep een record op de 100 meter 1. een record breken [het beter doen dan ooit]...
Cijfers spreken
Rij in een datamatrix; zo'n rij bevat de serie meetwaarden van één object.
Golfsportwoordenboek door Jan Luitzen
(het; -s) SP - het hoogste wat, de beste prestatie die (onder officiële controle) tot op zeker ogenblik op (een) sportgebied bereikt is, bv. op een sportcomplex (baanrecord), in Nederland (Nederlands record), tijdens Europese kampioenschappen (Europees record), tijdens wereldkampioenschappen (wereldrecord) of tijdens Olympische Spelen (Olympisch re...
Wielersportwoordenboek door Jan Luitzen ©
(het; -s) SP - het hoogste wat, de beste prestatie die (onder officiële controle) tot op zeker ogenblik op (een) sportgebied bereikt is, bv. op een sport complex (baanrecord), in Nederland (Nederlands record), tijdens Europese kampioenschappen (Europees record), tijdens wereldkampioenschappen (wereldrecord) of tijdens Olympische Spelen (olympisch r...
Atletiek- en turnwoordenboek door Jan Luitzen
(het; -s) SP - het hoogste wat, de beste prestatie die (onder officiële controle) tot op zeker ogenblik op (een) sportgebied bereikt is, bv. op een sportcomplex (baanrecord), in Nederland (Nederlands record), tijdens Europese kampioenschappen (Europees record), tijdens wereldkampioenschappen (wereldrecord) of tijdens Olympische Spelen (Olympisch re...
Uitgave 2001 [draft]
Groep bij elkaar horende gegevens in een database.
Woordenboek vreemde woorden
[Eng.] 1 (comp.) verzameling ongelijksoortige, maar bij elkaar behorende gegevens in een database of programmeertaal; 2 geluidsopname.
Jan Meulendijks
(rekord) het hoogste; topprestatie op enig moment; stel bijeenhorende gegevens in een bestand (comp.)
BDI terminologie
in automatisering: een groep logisch bij elkaar behorende gegevens die als eenheid wordt opgeslagen en bewerkt (bijvoorbeeld een bibliografische beschrijving met bijbehorende ingangen). - logisch record.
Klein hotelvademecum
Archief/dossier (zie ook: File).
Anton van Oirschot (1985-1986)
enkele opvallende en originele records, gevestigd in Noord-Brabant en vermeld in het Guinness Book of Records, zijn: het paté-record, behaald op de Paasveetentoonstelling te Den Bosch op 30 en 31 maart 1985; de paté had een lengte van 20,3 meter, woog 1193 kg en was gemaakt van 300 kg varkenslever en 700 kg kinnebakspek in 170 mensure...
Henk Biemond - 1985
Record (1) Een aantal bij elkaar behorende gegevens of woorden, die als een eenheid worden behandeld. (2) Een eenheid voor gegevenstransmissie volgens de recordwerkwijze. Een record vertegenwoordigt een hoeveelheid gegevens, die een zendend knooppunt op een bepaald ogenblik verzendt (ACF/VTAM).
Nederlandse encyclopedie
[Fr.], o. (-s), 1. (sport) het hoogste dat, de beste prestatie die (onder officiële controle) tot op een bepaald ogenblik op een bepaald gebied bereikt is; ook de formule die die prestatie uitdrukt: een record maken, vestigen, op zijn naam brengen, het snelst een bepaalde afstand afleggen enz.; een record breken, slaan, verbeteren, een nog bet...
Vreemde woorden woordenboek
het hoogste, het sterkste wat in een sport, een kunst, enz. tot op een gegeven ogenblik bereikt is; het record slaan: het tot dusver bekende overtreffen; officieel afschrift.
Dr. F.P.H. Prick van Wely
record; record mondial, wereldrecord.
Dr. F.P.H. van Wely
1. aan-, optekenen, aangeven, registreren; opnemen [op gramofoonplaat]; vastleggen, boekstaven, melding maken van, vermelden, verhalen; uitbrengen [zijn stem]; recorded music, gramofoonmuziek. 2. aan-, optekening; gedenkschrift, (historisch) document, officieel afschrift; gedenkteken, getuigenis [v. het verleden]; staat van dienst; verleden; record...
Nederlands woordenboek (7e druk - 1950)
(<Eng.), o. (-s), (sport) het hoogste wat —, de beste prestatie die tot op zeker ogenblik op zeker gebied bereikt is: het record staat op 57 3/4 minuut; het record van 250 km per uur ; een record maken, op zijn naam brengen, het snelst zekere afstand afleggen enz. ; —een record slaan, verbeteren, een nog betere prestatie leveren ; &m...
Dr. C.F.A. van Dam
m. (pr. recor) record; batir el record, het record slaan.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.