Wat is de betekenis van Rechtzinnig?

2024-04-25
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

rechtzinnig

(bn. en bw.) oprecht, openhartig. De kiezer wil beleidsmensen die rechtzinnig politiek bedrijven en geen leiders die vooral eerst aan zichzelf denken. - LN, 05-10-2001.

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Rechtzinnig

adj. & adv., rjochtsinnich. . rechtzinnigheid s., rjochtsinnigens.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Rechtzinnig

bn. bw. (-er, -st), 1. streng in het geloof, orthodox : een rechtzinnig predikant; 2. (Zuidn.) openhartig : spreek nu eens rechtzinnig.

2024-04-25
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Rechtzinnig

zie Orthodox.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

rechtzinnig

1. bn., bw. (rechtgelovig, orthodox; Z.-N. openhartig): Z.-N. ik zeg u rechtzinnig de waarheid; 2. rechtzinnige, m. en v. rechtzinnigen.

2024-04-25
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Rechtzinnig

→ Orthodox.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

rechtzinnig

(recht'sinəch) bn. en bw. (-er, -st) recht: gelovig, ortodox : een man.

2024-04-25
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Rechtzinnig

Rechtzinnig, - zie ORTHODOX.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

rechtzinnig

bn. en bw. (-er, -st), in overeenstemming met de rechte leer; orthodox, streng van opvatting in godsdienstige zaken: een predikant; de rechtzinnigen, de orthodoxe protestanten.