Wat is de betekenis van Rechtvaardigen?

2024-04-24
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

rechtvaardigen

rechtvaardigen - regelmatig werkwoord uitspraak: recht-vaar-di-gen 1. laten zien dat het juist is ♢ ze hebben niet gerechtvaardigd waarom hij zoveel geld moet krijgen Regelmatig werkwoord: recht-vaar-di-gen ik rechtv...

2024-04-24
De Tale Kanaäns woordenboek

J. van Delden (1982)

rechtvaardigen

in de juiste verhouding tot God brengen, van schuld vrijpleiten, heiligen.

2024-04-24
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Rechtvaardigen

v., rjochtfeardigje.

2024-04-24
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

rechtvaardigen

rechtvaardigde, h. gerechtvaardigd (de rechtvaardigheid van iets aantonen): dat zal mijn oordeel rechtvaardigen, billijk doen blijken; ik zal later mijn houding rechtvaardigen, verantwoorden; zich rechtvaardigen, zich zuiveren v. blaam of schuld.

2024-04-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

rechtvaardigen

(recht’fa:rdəgən) (rechtvaardigde, heeft gerechtvaardigd) 1. rechtvaardig doen blijken : dat zal mijn oordeel -. 2. verantwoorden: zijn gedrag -. 3. Bijbel. heiligen : door de genade gerechtvaardigd. 4. z i c h -, zich zuiveren van een blaam.

2024-04-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

rechtvaardigen

(rechtvaardigde, heeft gerechtvaardigd), de rechtvaardigheid of juistheid van iets aantonen; billijken, verantwoorden, verdedigen: zulke dwaasheden zijn nooit te rechtvaardigen; (passief) gerechtvaardigd zijn, op billijke gronden berusten: zijn onhebbelijk gedrag tegenover haar was in geen enkel opzicht gerechtvaardigd; zich rechtvaardigen, zich zu...

2024-04-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Rechtvaardigen

Rechtvaardigen - (rechtvaardigde, heeft gerechtvaardigd), de rechtvaardigheid van iets aantoonen, bewijzen, iets verantwoorden, verdedigen: hoe zal hij zijn gedrag rechtvaardigen?; hij kan deze handelwijze nooit rechtvaardigen; — van schuld vrijspreken, (bijb.) heiligen: het zij verre van mij dat ik vlieden rechtvaardigen zou; die Hij geroepe...