rechtvaardig
rechtvaardig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: recht-vaar-dig 1. volgens het idee dat iedereen evenveel (kansen) moet krijgen ♢ ik vind het niet rechtvaardig dat ik zo weinig verdien Bijvoeglijk naamwoord: recht-vaar-dig ...
Muiswerk Educatief (2017)
rechtvaardig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: recht-vaar-dig 1. volgens het idee dat iedereen evenveel (kansen) moet krijgen ♢ ik vind het niet rechtvaardig dat ik zo weinig verdien Bijvoeglijk naamwoord: recht-vaar-dig ...
J. van Delden (1982)
1. gerechtig, eerlijk, handelend in overeenstemming met het recht. 2. verkerend in de rechte verhouding tot God, in het bijzonder in een toestand van verzoening met God.
M. J. Koenen's (1937)
1. bn., bw. (in overeenstemming met het recht handelende; rechtmatig; billijk, eerlijk): een rechtvaardige straf; God is rechtvaardig, geen onrecht doende of duldend; iem. rechtvaardig behandelen; rechtvaardig handelen; 2. rechtvaardige, m. en v. rechtvaardigen (deugdzame; brave mens): misschien zijn er vijftig rechtvaardigen in de stad, Gen. 18:24...
Jozef Verschueren (1930)
(recht'fa:rdəch) bn. en bw. (-er, -st) 1. in overeenstemming met het recht (handelend) : God is -; een vonnis; iemand behandelen. Syn. → billijk. 2. billijk : -e prijzen; handelen. 3. braaf, deugdzaam : een man.
T. Pluim (1921)
varen heeft hier nog de algemeene beteekenis van: gaan (vgl. hemelvaart; vaardig = gereed om te gaan); het woord wil dus zeggen: wat recht gaat, zonder omwegen; verg. hoovaardig, van ’t oude hoo, thans hoog.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn. en bw., 1. handelend naar recht en billijkheid, billijk, onpartijdig: hij was als directeur streng, maar rechtvaardig; 2. als bw.: rechtvaardig heersen, handelen; 3. (van zaken) in overeenstemming met de regels van het recht of de gerechtigheid: een rechtvaardig oordeel.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: