rechterhand
...
Jan Hoogland, Roel Otten | AUP Amsterdam Univerisity Press
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
Het begrip rechterhand heeft 2 verschillende betekenissen: 1) hand die rechts zit. hand die, vanuit het perspectief van de persoon zelf, aan de rechterkant van het lichaam zit. 2) trouwe medewerker. trouwe medewerker; naaste medewerker; steun en toeverlaat.
Muiswerk Educatief (2017)
rechterhand - zelfstandig naamwoord uitspraak: rech-ter-hand 1. hulp die je krijgt bij problemen ♢ Tim is mijn rechterhand in dit bedrijf 1. iemand de rechterhand geven [begroeten] ...
M. J. Koenen's (1937)
v. rechterhanden (eig. hand aan de rechterarm; fig. helper, steun): het dochtertje is moeders rechterhand; De Ruyter, der Staten rechterhand.
Jozef Verschueren (1930)
('rechtər) v. (-en) 1.Eig. hand rechts, waarmede wij gewoonlijk iets pakken. 2. Metf. hulp, steun : hij is vaders -.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(het accent wisselt), v./m. (-en), 1. hand van de rechterarm: hij mist een vinger aan zijn rechterhand; iemand de geven, als teken van begroeting, bevestiging of verbondenheid; twee rechterhanden hebben, buitengewoon handig zijn; aan uw de tweede straat rechts; (spr.) uw linkerhand moet niet weten wat uw rechterhand doet, wanneer je iets geeft, doe...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: