Wat is de betekenis van Ratelkous?

2024-04-18
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Ratelkous

iemand (vooral een vrouw) die veel babbelt of zeurt. Sinds ca. 1872. Ook wel babbelkous.De eerstvolgende wedstrijd leverde een miserabel gelijkspelletje op. De bondscoach doet er goed aan zich op de volgende verre trip behalve door een ‘ratelkous' ook door Erwin Kroll te laten vergezellen, want het belang van een goed weerkundig advies w...

2024-04-18
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ratelkous

v. (-en), babbelkous.

2024-04-18
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

ratelkous

m. en v. ratelkousen (babbelkous).

2024-04-18
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

ratelkous

m. en v. (-en) babbelkous.

2024-04-18
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Ratelkous

RATELKOUS m. en v. (-en), onvermoeide babbelkous.