Wat is de betekenis van ratelen?

2024-04-17
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

ratelen

(2017) (straattaal) verklikken. • Ook de man die Benaouf A. laat in de avond van 29 december heeft opgepikt op het Stadionplein, en die als anonieme bedreigde getuige heeft gesproken, zegt dat A. hem toen meteen vertelde te ‘zijn gerateld’ en dat Popeye de schutter was. (Paul Vugts: Afrekeningen. 2017)

2024-04-17
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

ratelen

ratelen - regelmatig werkwoord uitspraak: ra-te-len 1. snel achter elkaar een aantal harde geluiden maken ♢ om zeven uur ratelt de wekker 2. veel en snel praten ♢ wat kunnen die vrouwen ratelen,...

2024-04-17
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Ratelen

v., rattelje, rammelje, rinkelje, skolferje; (van een wagen), rykrakje; -d, rattelich, rammelich; -d vehikel, rykrak (it), krykkrak (it), rattelmansreau (it).

2024-04-17
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ratelen

(ratelde, heeft gerateld), 1. met een ratel geluid maken : het ratelen van de vuilnisman ; 2. (met een zaak als ond.) een reeks korte, harde geluiden in snelle opeenvolging voortbrengen, meestal door het herhaalde tikken van een hard voorwerp tegen een ander hard voorwerp : een stuk vuurwerk dat ratelt en sist; — van werktuigen : ze stond op...

2024-04-17
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

ratelen

ratelde, h. gerateld (1 geluid maken met een ratel; 2 bij uitbr. v. min of meer heldere geluiden, die op ratelen gelijken; 3 kakelen, 4 Z.-N. reutelen): 1. vroeger ratelde de klepperman elk uur, zie ratelwacht; 2. rijtuigen ratelen over de stenen; de donder ratelt; 3. zij stonden hele middagen te ratelen; 4. Z.-N. hij ratelt reeds; verg. ratel.

2024-04-17
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

ratelen

('ra:tələn) (ratelde, heeft gerateld) [ wsch. klnb ] 1. met een klepperend toestel geluid maken : kinderen, vastenavondgekken . 2. een geluid maken als een ratel : het rijtuig ratelde over de steenweg; de donder ratelt. 3. snel en druk babbelen : kan uren aan een stuk -.

2024-04-17
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

ratelen

(ratelde, heeft gerateld), 1. met een ratel geluid maken; 2. een reeks korte, harde geluiden in snelle opeenvolging voortbrengen: ze stond op toen de wekker ratelde; van wagens, spoortreinen enz.: de wielen ratelden over de stenen; (ook) met een ratelend geluid rijden: een trein ratelde voorbij; een ratelende donderslag; 3. druk babbelen, snatere...

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-17
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)