Wat is de betekenis van Rapalje, rapaille?

2024-04-18
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

rapalje, rapaille

(15e eeuw) (inf.) slecht volk, gepeupel, gespuis, uitvaagsel. Van het oud-Franse woord 'raspaille' (uitvaagsel). Sedert ca. 1437. Vgl. canaille en journaille*. • 'Lieve hemel, ikke!' roept de jufvrouw; 'ik ben Goddank 'en fassoenlik-manskind, maar je weet waar zu'k gespuis van afkomstig is,' - en zij wijst mat haar vleezigen vinger op den arme...

2024-04-18
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Rapalje, rapaille

slecht volk, gepeupel, gespuis. Van het Oudfranse woord raspaille (uitvaagsel). Sedert ca. 1437. Vgl. canaille en journaille. ’t Milieu is voor dien jongen bovendien héél ongunstig geweest, daar op dat armzalige hofje in die buurt met al dat rapaille; met zoo’n zenuwachtige, kijvende moeder... (M.J. Brusse, Boefje, 1903)A...