Rans
Zie Emerentius
De Oosthoek is een Nederlandse encyclopedie die in verschillende uitvoeringen is verschenen
➝ranzig.
Nederlands woordenboek (7e druk)
(<Fr.), bn. bw. (-er, -st), (van vetten en oliën waarin vluchtige vetzuren zijn vrijgekomen) sterk smakend en een onaangename geur verspreidend: vetten die rans worden. Thans meestal ranzig.
Dr. L.M. Metz - 1937
Ranzig, noemt men vetten en oliën, welke, doordat ze lang aan de lucht waren blootgesteld, een onaangenamen reuk gekregen hebben. Het ransworden is een gevolg van verbinding met zuurstof. Het vet wordt daarbij gesplitst in vetzuur en glycerine. Het vrijgekomen vetzuur riekt onaangenaam. Voornamelijk zijn het boterzuur, caprylzuur en capronzuur...
Groot woordenboek der Nederlandsche taal
RANS bn. bw. (-er, -t), RANSIG, bn. bw. (-er, -st), (van boter, vet, spek, olie enz.) sterk smakend, garstig. RANSHEID, RANSIGHEID, v.
Gerelateerde zoekopdrachten