Wat is de betekenis van Rammelen (1)?

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Rammelen (1)

Rammelen (1) - RAMMELEN (rammelde, heeft gerammeld), (van hazen of konijnen) ritsig zijn, bespringen; — (Zuidn. gemeenz.) hij is van geen haas gerammeld, hij is verre van vlug.