Wat is de betekenis van Rambam?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

Rambam

Rambam - Eigennaam 1. (Jiddisch-Hebreeuws) Maimonides (1138-1204) Joods filosoof, die ook als arts bekend was 'Ani Maamin', zo werd dit twaalfde geloofsbeginsel eens geformuleerd door de legendarische rabbijn Moses ben Maimon (1135-1204), Rambam voor de Joden, Maimonides voor de rest van de wereld....

2024-04-19
Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

rambam

(afk. (met steunklinker a achter de B) van Rabeinoe Moisje Ben Maimon, groot joods geleerde en arts, wat kan verklaren dat rambam geassocieerd wordt met een of andere ziekte), in verwensingen: Laat hem ook het rambam krijgen, SMIS2 99.

2024-04-19
Dokterswoordenboek

Jannes van Everdingen en Arnoud van den Eerenbeemt (2010)

rambam

Zie (ook) wensziekte

2024-04-19
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Rambam

1. de hele-,de hele troep. Slang. Vgl. de hele reut(emeteut); de hele riedel. Ik was druk bezig in opdracht van een uitgever Zeus en de hele rambam te vertalen: ‘De slag der titanen’. (Nieuwe Revu, 26/10/94) 2. krijg/steek het/de-, Bargoense verwensing in de zin van ‘verrek maar’. Rambamverwijst hier naar een beroemde joodse godsdienstfilosoof uit...

2024-04-19
Bijbelse eponiemen

Dr. Apeldoorn en Dr. Beijer (1997)

Rambam

In verwensingen als: ‘krijg de of het rambam’ en 'zich het rambam werken', een ongeluk werken. Volgens het Bargoens woordenboek, samengesteld door E. Endt en L. Frerichs, is rambam de afkorting van rabbi moosjee ben maimon, beter bekend onder zijn wetenschappelijke naam Maimonides (11391204), de zeer begaafde joodse wijsgeer e...

2024-04-19
Woordenboekje Nederlandse Jiddisch

H. Beem (1975)

Rambam

afkorting voor rabbi moosjee ben maimon = Maimonides (1135-1204).

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Rambam

m. en o., (Barg., volkst.) in verwensingen als: krijg de of het rambam! je kunt de of het rambam krijgen!

2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

rambam

m./o., in verwensingen als: krijg de (het) rambam! zich het rambamwerken, een ongeluk.