rack
(zelfstandig naamwoord) [alg.] rek - Het rek bestaat uit vier schappen die u op de gewenste hoogte kunt monteren.
Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)
(zelfstandig naamwoord) [alg.] rek - Het rek bestaat uit vier schappen die u op de gewenste hoogte kunt monteren.
Jan Luitzen (2008)
(het; -s) 1 KR - haltersteun of halterstandaard bij het powerliften, syn. statief, standaard. 2 KR - signaal van de scheidsrechter bij het squatten (knie- buigen) en bankdrukken dat de poging geslaagd is en de atleet de halter mag terugleggen in het rack.
Dr. F.P.H. van Wely (1951)
I. pijnbank; heugel, tandreep; rek, rak, rooster, ruif || arak || zwerk; rack and pinion, heugel en rondsel; be on the rack, op de pijnbank liggen; op de been of in beweging zijn; zich uitsloven; in spanning zijn, op hete kolen staan; go to rack and ruin, geheel te gronde gaan; II. spannen, op (in) een rek zetten; op de pijnbank leggen; fig pijnige...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: