Wat is de betekenis van rack?

2024-03-29
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

rack

(zelfstandig naamwoord) [alg.] rek - Het rek bestaat uit vier schappen die u op de gewenste hoogte kunt monteren.

2024-03-29
Atletiek- en turnwoordenboek

Jan Luitzen (2008)

rack

(het; -s) 1 KR - haltersteun of halterstandaard bij het powerliften, syn. statief, standaard. 2 KR - signaal van de scheidsrechter bij het squatten (knie- buigen) en bankdrukken dat de poging geslaagd is en de atleet de halter mag terugleggen in het rack.

2024-03-29
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

rack

I. pijnbank; heugel, tandreep; rek, rak, rooster, ruif || arak || zwerk; rack and pinion, heugel en rondsel; be on the rack, op de pijnbank liggen; op de been of in beweging zijn; zich uitsloven; in spanning zijn, op hete kolen staan; go to rack and ruin, geheel te gronde gaan; II. spannen, op (in) een rek zetten; op de pijnbank leggen; fig pijnige...