Wat is de betekenis van racefiets?

2024-04-19
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

racefiets

fiets om mee te racen. fiets die speciaal gemaakt is om er heel hard mee te kunnen rijden; fiets om mee te racen. Voorbeelden: Het verkeersreglement definieert een racefiets als een fiets met een racestuur, banden met een doorsnede van ten hoogste 2,5 cm en geen bagagedrager achteraan. http://www.fietsvlaanderen.be/ Deelnemer...

2024-04-19
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

racefiets

(zelfstandig naamwoord) [alg.] renfiets, wedstrijdfiets - Renfietsen zijn stevig en tevens zo licht en gestroomlijnd mogelijk gemaakt.

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

racefiets

racefiets - zelfstandig naamwoord uitspraak: rees-fiets 1. lichte fiets, speciaal gebouwd om hard mee te rijden ♢ op zondag gaat mijn vader altijd rijden op zijn racefiets Zelfstandig naamwoord: rees-fiets de racefie...

2024-04-19
Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

racefiets

(de; -en) - lichte fiets, vooral voor wielerwedstrijden, met een speciaal stuur, knijpremmen, derailleur en zonder spatborden en kettingkast, syn. racer, racekarretje, renfiets, koersfiets, koersvelo: een semiracefiets, een niet helemaal echte, ‘halve’ racefiets, bv. door het gebruikte materiaal en de afwerking ervan. • Een renner dient optimaal op...

2024-04-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Racefiets

v. (-en).