Wat is de betekenis van Rabaut?

2024-04-25
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Rabaut

Frans Hugenotengeslacht: Paul (17181794), predikant te Nîmes, trad op als leider der vervolgde Protestanten en droeg aanzienlijk bij tot het herstel der Geref. Kerk in Frankrijk. Zijn zoons Jean (R.-St Étienne, 1743-1793; te Parijs onthoofd) en Jacques Antoine (Pomier, 1744-1820), beiden eveneens predikant, speelden een rol tijdens de...

2024-04-25
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

rabaut

m. deugniet, schelm.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

rabaut

m. rabauten (deugniet, landloper; Z.-N. rabauw, winterappel).

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

rabaut

(ra’bout) m. (-en) rabauw.

2024-04-25
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

rabaut

rabaut - m., deugniet.

2024-04-25
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Rabaut

(midd. lat. ribaldum, van oudhoogd. ripa, hoer) wellusteling, ontuchtig menseh, schelm, deugniet; rabauten: een R. zijn; rabautenstuk : schelmstuk.

2024-04-25
De kleine Zuiveraar - vreemde woorden woordenboek

G.F. Callenbach (1908)

Rabaut

deugniet.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Rabaut

RABAUT m. (-en), deugniet, schelm. RABAUTJE, o. (-s).

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Rabaut

(Paul), proleslantsch predikant te Nimes, geb. 1718, gest. 1795, was even onverschrokken als vol beleid, om de vervolging, waaraan zijne geloofsgenooten blootstonden, af te wenden. (Jean Paul), met den toenaam de Saint-Etienne, zoon van den vorige en insgelijks prolestantsch predikant, geb. te Nîmes 1743, gest. 1793, werd in de fransche omwen...