raaskallen
raaskallen - regelmatig werkwoord uitspraak: raas-kal-len 1. onzin praten ♢ je moet niet zo raaskallen, het is gewoon niet waar Regelmatig werkwoord: raas-kal-len ik raaskal jij/u raaska...
Muiswerk Educatief (2017)
raaskallen - regelmatig werkwoord uitspraak: raas-kal-len 1. onzin praten ♢ je moet niet zo raaskallen, het is gewoon niet waar Regelmatig werkwoord: raas-kal-len ik raaskal jij/u raaska...
Genootschap Onze Taal (2001)
Hoe is het woord raaskallen ontstaan? a Het is afgeleid van Raaskal, de naam van een verstrooide figuur uit poppenkastverhalen uit de negentiende eeuw. b Raskalle is in carnavalstijd de naam van het Duitse plaatsje Brand, nabij Aken. c Raaskallen is opgebouwd uit de werkwoorden razen en kallen (‘praten&rsq...
Van Dale Uitgevers (1950)
(raaskalde, heeft geraaskald), 1. onzin praten, malen, leuteren: je raaskalt, je zegt nonsens, ongerijmdheden ; lig nu niet te raaskallen; 2. ijlen: hij had gevoeld en geraaskald ; 3. tieren : als hij nijdig ivas wist hij in ’t geheel niet wat hij riep en raaskalde.
Jozef Verschueren (1930)
('ra:s) (raaskalde, heeft geraaskald) 1. ijlhoofdig zijn, ijlen. 2. onzinnig praten: lig niet te -. Syn. ➝ bazelen.
Dr. C.H. PH. Meijer (1919)
werkw. samengesteld uit kallen en den stam van het ww. razen, evenals ruilebuilen, roezemoezen, meesmuilen, spelevaren. Kallen (verwant met kouten) beteekende praten, en kreeg langzamerhand, naar mate ’t verouderde, een meer ongunstigen zin.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(raaskalde, heeft geraaskald), 1. onzin praten, malen, leuteren: lig nu niet te raaskallen. 2. ijlen, hij had gewoeld en geraaskald.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: