raadzaam
raadzaam - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: raad-zaam 1. wie zijn verstand gebruikt ♢ het is niet raadzaam met dit weer de deur uit te gaan Bijvoeglijk naamwoord: raad-zaam ... is raadzamer dan ... ...
Muiswerk Educatief (2017)
raadzaam - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: raad-zaam 1. wie zijn verstand gebruikt ♢ het is niet raadzaam met dit weer de deur uit te gaan Bijvoeglijk naamwoord: raad-zaam ... is raadzamer dan ... ...
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. (...zamer, -st), 1. welberaden, verstandig: het is niet raadzaam aan die overtuiging te gaan tornen; — iets raadzaam vinden, oordelen; 2. aanbevelenswaardig, wenselijk, nuttig: het is niet raadzaam daarheen te gaan, dat te doen, te zeggen; iets raadzaam vinden, oordelen.
M. J. Koenen's (1937)
bn., bw.; raadzamer, raadzaamst (aan te raden, heilzaam, nuttig): die studie is niet raadzaam voor u; dat is voor haar niet raadzaam.
Jozef Verschueren (1930)
('ra:tsa:m) bn. en bw. (...zamer, -st) om te raden, geraden, heilzaam, nuttig: het is niet daarheen te gaan, dat te doen; iets achten.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn. (-zamer, -st), 1. welberaden, verstandig: iets raadzaam vinden, oordelen; 2. aanbevelenswaardig, wenselijk, nuttig: het is niet raadzaam daarheen te gaan.
J.H. van Dale (1898)
Raadzaam -bn. (...zamer, -st), het is niet raadzaam daarheen te gaan, dat te doen, te zeggen, geraden, dienstig, nuttig. RAADZAAMHEID, v.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: