Wat is de betekenis van Quaestor?

2024-04-19
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

quaestor

(19e eeuw) (< Lat.) (stud.) penningmeester. • Het speelt kwartier, van der Wouden neemt als Praeses plaats aan het hoofd van de lange tafel, tegenover den Lessenaar, met den Ab-Actis aan zijne regter en den Quaestor aan zijne linker, opent de Vergadering met een hamerslag, herinnert de Leden aan het Latijn spreken, zegt: - Tradantur opera!...

2024-04-19
Jargon & Slang van Studenten

Marc De Coster (2017)

Quaestor

Quaestor - (Lat.) penningmeester.

2024-04-19
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

quaestor

(de, -en) <bnl.> persoon belast met het beheer en de praktische regelingen in Kamer en Senaat. Een sofisme, meent VLD-senator Jacques Devolder, die als quaestor verantwoordelijk is voorde rekeningen van de Senaat. - DM, 14-12-2001.

2024-04-19
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Quaestor

[Lat. (uit quaesitor, van quaerere, quaesitum = zoeken, onderzoeken) = oorspr. ambtenaar belast met onderzoek naar moord, later beheerder der publieke gelden] penningmeester.

2024-04-19
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Quaestor

(kwestor) Romeins ambtenaar; penningmeester; lid van het presidium van Kamer of Senaat (B)

2024-04-19
XYZ van de Grieks-Romeinse Oudheid

Jos Liefrink (1989)

Quaestor

Quaestor - (Magistratus ordinarius minor, non curulis, sine imperio) In de Koningstijd een van de twee openbare aanklagers, bevoegd in moordzaken (res capitales), ondergebracht onder de titel van quaestores parricidii. Aan het einde van de Koningstijd of in het begin van de Republiek verwierven zij het toezicht op de schatkist,...

2024-04-19
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Quaestor

Romeins overheidspersoon, belast met de financiën; penningmeester.

2024-04-19
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

quaestor

quaestor.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Quaestor

(Lat.),m. (-en, -s), 1. (Rom. gesch.) oorspr. een ambtenaar aan wie het onderzoek in criminele zaken was opgedragen; later: beheerder van de schatkist; 2. penningmeester; 3. (België) lid belast met het inwendig beheer van Kamer en Senaat.