Pulken
(pulkte, heeft gepulkt), trekken, peuteren, plukken: jongen, zit niet zo in je neus te pulken; hij pulkt aan zijn trui ; de randjes van de pannekoeken pulken. In Z.-Ned. ook pulkeren.
Van Dale Uitgevers (1950)
(pulkte, heeft gepulkt), trekken, peuteren, plukken: jongen, zit niet zo in je neus te pulken; hij pulkt aan zijn trui ; de randjes van de pannekoeken pulken. In Z.-Ned. ook pulkeren.
Jozef Verschueren (1930)
('pulkən) (pulkte, heeft gepulkt) [~ plukken] met de vinger ergens in peuteren : zit zo niet in je neus te -.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(pulkte, heeft gepulkt), trekken, peuteren, plukken: jongen, zit niet zo in je neus te-; hij pulkt aan zijn trui.
J.H. van Dale (1898)
Pulken (pulkte, heeft gepulkt), met den vinger in iets plukken : jongen, zit zoo niet in je neus te pulken.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: