Wat is de betekenis van Pulken?

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Pulken

(pulkte, heeft gepulkt), trekken, peuteren, plukken: jongen, zit niet zo in je neus te pulken; hij pulkt aan zijn trui ; de randjes van de pannekoeken pulken. In Z.-Ned. ook pulkeren.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

pulken

pulkte, h. gepulkt (peuteren [met de vinger ergens in]): in zijn neus pulken.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

pulken

('pulkən) (pulkte, heeft gepulkt) [~ plukken] met de vinger ergens in peuteren : zit zo niet in je neus te -.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

pulken

(pulkte, heeft gepulkt), trekken, peuteren, plukken: jongen, zit niet zo in je neus te-; hij pulkt aan zijn trui.

2024-04-25
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Pulken

Pulken (pulkte, heeft gepulkt), met den vinger in iets plukken : jongen, zit zoo niet in je neus te pulken.

2024-04-25
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)