puin
(1969) (jeugd) (vaak als eerste lid van een samenstelling) gezegd van iets dat slecht, minderwaardig is. • We hadden als producers met zoveel puingroepen gewerkt dat we het zelf nou eindelijk eens goed wilden doen. (Peter Koelewijn in Teenbeat, november 1969) • (Enno Endt & Lieneke Frerichs: Bargoens Woordenboek. 1974)