psychisch
psychisch - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: psy-chies 1. wat het denken, voelen en willen betreft ♢ hij mankeert niets, het is psychisch 2. wat met de geest te maken heeft ♢ psychisch is zij no...
Muiswerk Educatief (2017)
psychisch - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: psy-chies 1. wat het denken, voelen en willen betreft ♢ hij mankeert niets, het is psychisch 2. wat met de geest te maken heeft ♢ psychisch is zij no...
Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)
de ziel betreffend, psychisch monisme, wijsgerige wereldbeschouwing volgens welke de werkelijkheid in wezen van psychische aard is.
Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)
Van Dale Uitgevers (1950)
(<Hd.), bn. bw., 1. geestelijk, niet lichamelijk: het psychische leven: 2. (in wetenschappelijke zin) betrekking hebbend op de psyche, de ziel; — als bn.: de psychische aanleg; psychische depressie; een psychisch onderzoek; het psychisch monisme, zeker wijsgerig stelsel, volgens hetwelk er slechts één su...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: