Wat is de betekenis van Prul?

2024-04-20
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

prul

1) (begin 20e eeuw) (inf. Vlaanderen) mannelijk lid. • De Schele Vanderlinde die liep wat mank, Zijne prul was wel ne meter lank. (Willem Elsschot: De Schele Vanderlinde. Studentenlied begin 20e eeuw) • (Robert Henk Zuidinga: Eroticon: het ABC van de erotiek. 1990) • (Johan De Caluwe, Veronique De Tier, Anne-Sophie Ghyselen, Roxan...

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

prul

prul - zelfstandig naamwoord 1. iets wat weinig waarde heeft ♢ mevrouw Evaline heeft haar hele huis vol gezet met prullen Zelfstandig naamwoord: prul het prul de prullen het pru...

2024-04-20
Brabants Handwoordenboek

Prof. dr. Jos Swanenberg (2015)

prul

(zn) onderbuik, geslachtsdeel LC.

2024-04-20
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Prul

nietswaardig persoon. Eigenlijk: waardeloos voorwerp; vod. Er is nu met die bovenaangehaalde lessen van den heer Hack een krachtig protest bedoeld tegen al de eigen lof, brutaliteit, luchthartigheid en grofheid, die in vroeger tijd in den N.G. werden gelaakt, en waarbij lieflijkheden als prul, polichinel, beunhaas, kunstverknoeier, somnambule, char...

2024-04-20
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

prul

waardelose ding, vod.

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Prul

s.n., prul (it), flarde, fodde, todde; -len, rêdding, snypsnaren, pl., snypsnaerderij, snypsnoarrerij, fodderijen, pl., neskerijen, pl.

2024-04-20
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Prul

o. (-len), 1. ding van weinig of geen waarde: oude prullen; — een prul van een boek, een boek zonder waarde; 2. (mv.) praatjes; dwaze vooroordelen: iem. prullen vertellen, prullen ophangen, hem wat wijsmaken; 3. (mv.) snuisterijen: zij heeft nette prulletjes, aardig huisraad; 4. nietswaardig persoon: een prul...

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

prul

o. prullen, prulletje (nietig, waardeloos ding, beuzeling, vod): allerlei prullen; wat een prul! een prul van een vent, of: een prulvent = Z.-N.