Wat is de betekenis van pruilen?

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

pruilen

pruilen - regelmatig werkwoord uitspraak: prui-len 1. laten merken dat je boos bent, maar niet zeggen waarom ♢ Koosje zit in een hoek te pruilen Regelmatig werkwoord: prui-len ik pruil j...

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Pruilen

v., prúlje, prule, blibje, blibkje stúnje, stúmje, stymje, sjamperje, s(j)imperje, sjankerje, de prúlwoartels hawn hawwe; beginnen te, de lippe sette, de blibber, prúllippe hingje litte.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Pruilen

(pruilde, heeft gepruild), zwijgend mokken, in zichzelf gekeerd blijven omdat men zich verongelijkt voelt; — verstoordheid doen blijken; — zich mistroostig tonen; zeuren.

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

pruilen

pruilde, h. gepruild (mokken; [zwijgende] misnoegen of wrevel tonen, omdat men zich verongelijkt acht): Jantje zat te pruilen.

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

pruilen

('pruilən) (pruilde, heeft gepruild) [klnb.] zwijgend misnoegen, wrevel tonen, omdat men zich verəngelijkt acht, mokken.

2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

pruilen

(pruilde, heeft gepruild), 1. zwijgend mokken omdat men zich verongelijkt voelt; 2. zich mistroostig tonen; zachtjes huilen of dwingen, zeuren.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Pruilen

Pruilen - (pruilde, heeft gepruild), zwijgende boos zijn, mokken, in zichzelven gekeerd blijven wegens eene vermeende verongelijking. PRUILING, v. (-en), het pruilen.

2024-04-19
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Pruilen

Pruilen, ow. gel. (ik pruilde, heb gepruild), zwijgende boos zijn, moppen, in zich zelven gekeerd blijven (wegens eene vermeende verongelijking). *...ER, m. (-s). *...STER, v. (-s). *...HOEK, m. (-en). *...ING, v. (-en), het pruilen. *...MOND, m. en v. (-en), die pruilt.