provoceren
provoceren - regelmatig werkwoord uitspraak: pro-vo-ce-ren 1. iets doen of zeggen om een reactie uit te lokken ♢ je moet me niet zo provoceren! Regelmatig werkwoord: pro-vo-ce-ren ik provoceer ...
Muiswerk Educatief (2017)
provoceren - regelmatig werkwoord uitspraak: pro-vo-ce-ren 1. iets doen of zeggen om een reactie uit te lokken ♢ je moet me niet zo provoceren! Regelmatig werkwoord: pro-vo-ce-ren ik provoceer ...
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[Lat. pro-vocare, -atum = te voorschijn roepen, uit-dagen] uitlokken, uittarten; ook: gerechtelijke uitspraak verlangen.
Van Dale Uitgevers (1950)
(provoceerde, heeft geprovoceerd) (<Lat.), 1. uittarten, tergen: je moet iem. niet provoceren; 2. uitlokken, aanleiding geven tot: tot iets provoceren; 3. in het leven roepen: een indruk provoceren (Kloos).
Jozef Verschueren (1930)
(‘se:rən) (provoceerde, heeft geprovoceerd) [Fr. < Lat. provocare d.i.] 1→ uitdagen, uittarten. 2. aanleiding geven tot.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: