protestants
protestants - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: pro-tes-tants 1. wat met de leer van de kerkhervorming uit de 16-de eeuw te maken heeft ♢ onze buren zijn protestants Bijvoeglijk naamwoord: pro-tes-tants ... is protest...
Muiswerk Educatief (2017)
protestants - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: pro-tes-tants 1. wat met de leer van de kerkhervorming uit de 16-de eeuw te maken heeft ♢ onze buren zijn protestants Bijvoeglijk naamwoord: pro-tes-tants ... is protest...
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. bw., 1. van een Protestant of Protestanten: het Protestantse geloof; de Protestantse Kerk; 2. het geloof der Protestanten belijdend: zij is Protestants; 3. in overeenstemming met de leer der Protestanten: het Protestants karakter van de bevolking; — dat is niet Protestants geredeneerd.
M. J. Koenen's (1937)
bn., bw. (Hervormd): een Protestantse gemeente, het Protestantse geloof, de Protestantse kerk.
Jozef Verschueren (1930)
(protestants) bn. en bw. 1. van, eigen aan, als, betreffende een protestant of het protestantisme. 2. het protestantisme belijdend : zij is -.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn. en bw., van een protestant of van protestanten: het protestantse geloof; het geloof van de protestanten belijdend: zij is protestants; in overeenstemming met de leer van de protestanten: het protestants karakter van de bevolking.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: