Wat is de betekenis van protestants?

2024-03-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

protestants

protestants - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: pro-tes-tants 1. wat met de leer van de kerkhervorming uit de 16-de eeuw te maken heeft ♢ onze buren zijn protestants Bijvoeglijk naamwoord: pro-tes-tants ... is protest...

2024-03-29
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Protestants

hervormd.

2024-03-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Protestants

adj., protestantsk.

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Protestants

bn. bw., 1. van een Protestant of Protestanten: het Protestantse geloof; de Protestantse Kerk; 2. het geloof der Protestanten belijdend: zij is Protestants; 3. in overeenstemming met de leer der Protestanten: het Protestants karakter van de bevolking;dat is niet Protestants geredeneerd.

2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

Protestants

bn., bw. (Hervormd): een Protestantse gemeente, het Protestantse geloof, de Protestantse kerk.

2024-03-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

protestants

(protestants) bn. en bw. 1. van, eigen aan, als, betreffende een protestant of het protestantisme. 2. het protestantisme belijdend : zij is -.

2024-03-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

protestants

bn. en bw., van een protestant of van protestanten: het protestantse geloof; het geloof van de protestanten belijdend: zij is protestants; in overeenstemming met de leer van de protestanten: het protestants karakter van de bevolking.