Wat is de betekenis van promiscuïteit?

2023-03-27
Het Lexicon van de gedragsbiologie

Mark Nelissen (1996)

promiscuïteit

promiscuïteit - Het voorkomen van copulaties zonder een vaste paarbinding van de partners. Bij promiscue soorten komen vaak individuen van beide geslachten op bepaalde tijdstippen samen en copuleren vele mannetjes met vele wijfjes. Dit kan leiden tot een spermacompetitie.

2023-03-27
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Promiscuïteit

[Fr. promiscuité] ordeloze vermenging, spec.: ongeregelde vermenging der seksen.

2023-03-27
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Promiscuïteit

ordeloze vermenging; het met veel verschillende partners seks hebbend

2023-03-27
Lesbotaal Lexicon Lesbiaans : lexicon van de lesbotaal

Hanneke Kunst en Xandra Schutte (1991)

Promiscuïteit

Promiscuïteit - veelwijverij, ogenschijnlijk niet heel veel gepraktizeerd in lesbische kringen. Promiscuïteit beschrijft meer het gedrag van mannen dan dat het slaat op lesbiennes... Over het algemeen zijn lesbiennes meer geneigd relaties aan te gaan dan seks te hebben enkel en alleen omwille van de seks. (Sisley 8c Harris, 1981).

2023-03-27
Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

promiscuïteit

promiscuïteit - maatschappijvorm waarin mannen en vrouwen zonder huwelijk samenwonen; vrije, losse sexuele omgang.

2023-03-27
De vreemde woorden.
woordenboek

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Promiscuïteit

vermenging; ongeregeld geslachtsverkeer

2023-03-27
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Promiscuïteit

1. het dicht bijeen leven van een grote groep mensen. 2. het plaats vinden van geslachtsverkeer met vele personen.

Lees verder
2023-03-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Promiscuïteit

(<Fr.), v., 1. toestand van een maatschappij waarbij tussen alle mannen en vrouwen een volledig vrij sexueel verkeer bestaat; 2. onwaardige omgang, het samenhokken.

Lees verder
2023-03-27
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

promiscuïteit

v. aanstotelijke of minder gewenste vermenging (der seksen), niet door vrij of erkend huwelijk geregelde geslachtelijke omgang bij wilde volkeren.

2023-03-27
Vreemde woordenboek

S. van Praag (1937)

promiscuïteit

v. aanstotelijke vermenging der sexen.

2023-03-27
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Promiscuïteit

Vrij geslachtelijk verkeer tusschen mannen en vrouwen. Over de vraag van het bestaan der p. zie → Gezin (historische ontwikkeling).

2023-03-27
Jozef Verschueren

Jozef Verschueren (1930)

promiscuïteit

‘('teit) v. het vermengd zijn nl. 1. niet door het huwelijk geregelde geslachtelijke omgang bij wilde volkeren. 2. aanstoot gevende vermenging van personen van verschillende seksen, standen, nationaliteiten enz.

Lees verder
2023-03-27
Uitheemsche geneeskunde termen

dr. H. Pinkhof (1923)

Promiscuiteit

(promiscuus, gemengd), samenleving tussen een groep van personen.

2023-03-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

promiscuïteit

v., het regelmatig en dikwijls wisselen van seksuele partner. Promiscuïteit komt veel voor bij jonge, nog ongehuwde mensen in een maatschappij die dit toestaat, en bij oudere mensen in maatschappijen waar de binding aan één partner tegen de geldende moraal was. Vroegere onderzoekers (Bachofen, Morgan, Engels), meenden dat promisc...

Lees verder
2023-03-27
Vreemde woorden woordenboek

Fokko Bos (1914)

promiscuïteit

promiscuïteit - v., het bij elkaar hokken van mannen, vrouwen en kinderen.

2023-03-27
Wink's vreemde woordenboek

dr. Jan Romein (1906)

Promiscuïteit

vr. Lat., algeheele vermenging, inz. op geslachtelijk gebied; vandaar; vrouwengemeenschap.

Gerelateerde zoekopdrachten