Wat is de betekenis van Profijtelijk?

2024-03-29
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

profijtelijk

zuinig Ze had haar bestaan altijd ten dienste gesteld van het gesproken woord, van werklust en gezonde kost voor heel de familie, van profijtelijk genieten en betaalbare hygiëne van kop tot teen. (Tom Lanoye, Sprakeloos) Ook: profijtig. Geen Algmeen Nederlands Gangbaarheid: 1 Vlaamsheid: 1

2024-03-29
Kuifje in Vlaanderen

Michel Uyen

profijtelijk

Ook een profijtelijke, gij! (niet duur, bijv. bij bedanken voor een pint of koekje)

2024-03-29
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Profijtelijk

voordelig

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

profijtelijk

1. Van pers.: zuinig, soms bep.: gierig; van zaken: van zuinigheid blijk gevend; een profijtelijk huishouden; profijtelijk moeten leven. Wanneer ik naar hen toe ga, zeggen ze nooit: «Blijf nog wat,» en beiden geven ze een stukje taart mee voor moeder. Bertientje bakt profijtelijke taartjes, met inachtneming van alle proporties -...

Gerelateerde zoekopdrachten