Wat is de betekenis van privilege?

privilege - zelfstandig naamwoord uitspraak: pri-vi-lees-je 1. een bijzonder recht voor bepaalde personen of groepen ♢ keuzevrijheid is een privilege voor volwassenen Zelfstandig naamwoord: pri-vi-lees-je het privile...

Voorrecht dat door de koning verleend was aan een geestelijke of een edelman.

[Fr. privilège, van Lat. privilegium, van privus = afzonderlijk, en lex, legis = wet] voorrecht.

(privilegie) voorrecht

o., voorrecht; vrijheidsoorkonde.

(Lat.: priva lex, afzonderlijke wet) is een uitzonderingswet, die voor de begunstigde een voorrecht inhoudt. Het wordt gegeven aan een hele klasse van personen of aan één (of meer) personen.

s.n., privileezje (it).

voorrecht, privilege.

I. privileg(i)e; voorrecht; onschendbaarheid; II. bevoorrechten; machtigen; vrijwaren; vrijstellen (van front).