Wat is de betekenis van Priseerder?

2024-04-16
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

priseerder

priseur, m. 1 schatter; 2 snuiver.

2024-04-16
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

priseerder

m. priseerders (schatter), (s = z).

2024-04-16
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Priseerder

Priseerder - m. (-s), iem. die priseert, taxateur, inz. van het slachtvee.

Gerelateerde zoekopdrachten