printer
...
Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)
(zelfstandig naamwoord) [alg.] afdrukker, afdrukeenheid, afdrukapparaat [alg.] fotodrukker
Muiswerk Educatief (2017)
printer - zelfstandig naamwoord uitspraak: prin-ter 1. apparaat waarmee je computergegevens op papier afdrukt ♢ de brief kwam uit de printer Zelfstandig naamwoord: prin-ter de printer de...
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[Eng. = drukker] 1 (fot.) automatische afdruk- en vergrotingsmachine; 2 (comp.) apparaat dat gegevens die afkomstig zijn van een computer op papier afdrukt.
Jan Meulendijks (1993)
automatische afdruk- en vergrotingsmachine (fotog.); apparaat waarmee gegevens uit de computer afgedrukt kunnen worden
dr. P.J. van Swigchem en E.J. Slot (1990)
machine die de computeruitvoer in leesbare vorm op papier afdrukt. - afdrukmachine (f); drukker.
Henk Vreekamp (1989)
computergestuurd afdrukapparaat. Voor het afdrukken printen, bestaan vier methoden: de daisy wheel (letterschijf), de matrixprinter (printnaalden), de laserprinter (lasergestuurde inkjet) en de plotter (inkjet voor lijntekeningen).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: