Wat is de betekenis van Primordium?

Het eerste begin (primus = eerste), de eerste waarneembare aanleg van iets. Zodra zich een groepje van meristematische cellen van de omgeving onderscheidt, b.v. door een kleine uitstulping te vormen en men (op grond van onderzoek en vergelijking) met zekerheid kan zeggen tot welk een orgaan het zich zal kunnen ontwikkelen, duidt men het aan als een...

ĭi, n. eerste begin, oorsprong; in ’t bijz., aanvaarding der regering, troonsbeklimming.

(plantk.), zijdelingsche opzwelling aan het groeipunt van den stengel, waaruit zich later een blad ontwikkelt.

Primordium - wanneer bij een dier of plant een nieuw deel ontstaat, bevindt zich dit eerst in een ongedifferentieerden toestand, dien men p. noemt; men spreekt ook van den aanleg van b.v. een oog ; het bezwaar is, dat dit woord niet in het meervoud gebruikt kan worden (zie Duitsch „Anlagen”), terwijl dit met p. wel kan geschieden.

o., aanleg, het vroegste ontwikkelingsstadium van een orgaan. Bij planten is een primordium spoedig waarneembaar in het weefsel als een plaats met verhoogde celdelingsactiviteit, en vaak ook spoedig als een verdikking.