Wat is de betekenis van prikken?

2024-04-19
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

prikken

1) (1800, tegenw. straattaal) copuleren, neuken. Het WNT citeert de klucht "Vrol. Toorenwachter" (ca. 1800): 'Als je Prikken wil, Gaat dan by een Jodinnetje.' Syn. uit de straattaal: baksen*, ballen*, ploppen*. • (H. Molema: Woordenboek der Groningsche volkstaal, in de 19de eeuw. 1895) (onder: neuken) • (K. ter Laan: Nieuw Groninger Woor...

2024-04-19
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

prikken

licht verwonden met een steekwapen In deze betekenis in 1998 opgetekend in de Penitentiaire Inrichting Over-Amstel (beter bekend als de Bijlmerbajes) door een blanke, hoogopgeleide man die daar toen gevangen zat. Als toelichting schreef hij: ‘Iemand licht bewerken met een vork of mes.’

2024-04-19
Historische collectie Nederland

Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)

prikken

Kleine slechts enkele centimeters grote houten keggetjes die bij sommige laat-middeleeuwse vaartuigen en bij de 19e/20e eeuwse Scheveningse bom werden gebruikt voor het vastzetten van moslat en breeuwsel i.p.v. met sintels.

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

prikken

prikken - regelmatig werkwoord uitspraak: prik-ken 1. op een willekeurige manier uitkiezen ♢ zullen we een datum prikken voor die afspraak? 2. steken met een puntig voorwerp ♢ de dokter prikte d...

2024-04-19
Jargon & Slang van Zendamateurs

Marc De Coster (2017)

Prikken

Prikken - in een gesprek tussenbeide komen.

2024-04-19
Bridge Opzoekboek

drs. Toine van Hoof (2017)

prikken

Een keuze maken. Met name gebruikt bij een blinde start waarbij een speler een kleur moet ‘prikken’.

2024-04-19
Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

PRIKKEN

→ Rondbekken.

2024-04-19
Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

prikken

prikken - coïteren (vgl. breien, naaien, stoppen). Dus als je Prikken wil, gaat dan by een Jodinnetje, De Vrolyke Toorenwachter 52 [± 1775]. Hierbij: prikker, wellusteling. In het Gronings (MO LEMA 336). en: prikkerij, het copuleren (van hoeren). De prikkerij in ’t groot is nog het best van allen, De Goddelooze Domenieszoon 12 [&...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

prikken

(prikte, heeft geprikt), (ook:) 1. aanzetten van een zangvogelmannetje tot zingen door hem met zijn kooi te brengen in de nabijheid van een kooi met een wijfje. 2. (grof) geslachtsgemeenschap hebben (met). - Syn. van 2 baksen (2); zie aldaar voor andere syn.