Wat is de betekenis van prikkelen?

2024-03-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

prikkelen

prikkelen - regelmatig werkwoord uitspraak: prik-ke-len 1. proberen iemand iets te laten doen ♢ het artikel prikkelde mij om een boek van die schrijver te gaan lezen 2. iets doen of zeggen wat een ander vervelend vindt...

2024-03-29
Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

prikkelen

prikkelen - geil, heet maken, ophitsen, opjutten, opwinden. Hierbij: prikkeling, sexuele opwinding. Een jonge kloosterling, geduurig door de prikkelingen van het vleesch ... geplaagd, Natuurk. Beschouwing v. d. Man e. d. Vr. 2, 193 [1772].

2024-03-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Prikkelen

v., prigelje, prikelje, prykje, stikelje, stykje; (ergeren), nitelje, nytgje, nytsje, nydzje, njidzje; (in de keel) hear(j)e, heaz(j)e, heazgje; -d (in de keel), hearich.

2024-03-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Prikkelen

(prikkelde, heeft geprikkeld), 1. (als) met een puntig voorwerp bij herhaling prikken geven: brandnetels prikkelen; een saus die het gehemelte prikkelt; prikkelende gassen tasten het bindvlies van het oog aan; (onoverg.) motregen prikkelde tegen zijn aangezicht; 2. (overg.) als wetenschappelijke term in de physiologie: een onbewuste...

2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

prikkelen

prikkelde, h. geprikkeld (freq. van prikken: een prik, prikken geven; branden, bijten b.v. van specerijen op de tong; fig. opwekken; aansporen; irriteren): iems. nieuwsgierigheid prikkelen, gaande maken; dat prikkelt mijn zenuwen.

2024-03-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

prikkelen

(‘prikkələn) (prikkelde, heeft geprikkeld) [Frekw. prikken] 1. steken : brandnetels -. 2. branden op de tong : wat prikkelt die peper! 3. aanzetten, aanvuren : iemands naijver -. → milt. 4. tergen : -de toespelingen.

2024-03-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

prikkelen

(prikkelde, heeft geprikkeld), I. 1. prikken; 2. (fysiologie) een onbewuste werking in het dierlijk of plantaardig weefsel opwekken die een bepaalde reactie tot gevolg heeft: de zenuwen prikkelen; 3. (fig.) ontstemmen, irriteren: iemand tot het uiterste prikkelen ; prikkelende toespelingen maken; 4. (fig.) aanwakkeren, aanzetten, aansporen: iem...

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Prikkelen

Prikkelen - (prikkelde, heeft geprikkeld), steken, branden op de tong (van vochten, van peper enz.); — steken (met een puntig voorwerp); — (fig.) aanzetten, aansporen. PRIKKELING, v (-en), het prikkelen (in alle bet.); kitteling.