Wat is de betekenis van presentje?

2024-04-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

presentje

(1984) (< Westfries, iron.) onaangename verrassing. • presentje, znw. 't. Ook: 1. Cadeautje voor de kraamvrouw. 2. Ironisch voor een onaangename verrassing. (Jan Pannekeet: Westfries woordenboek. 1984)

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

presentje

presentje - zelfstandig naamwoord uitspraak: pre-sent-je 1. wat je van iemand krijgt zonder tegenprestatie ♢ we kregen allemaal een presentie met de kerst Zelfstandig naamwoord: pre-sent-je het presentje S...

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Presentje

o. (-s).

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

presentje

o. presentjes (klein cadeau): fig. een van een jongen, een deugniet; lees prezentje.